Vision sur la didactique

Visie op didactiek, differentiatie en toetsing en de inzet van een digitaal leerarrangement.

In de afgelopen drie jaar zijn er verschillende onderwijsvormen mijn revue gepasseerd en op basis van de theorie en de opgedane ervaringen in de praktijk heb ik mij omtrent de didactiek, differentiatie, ICT en toetsing een voorlopige visie gevormd. Een visie die weliswaar niet geheel overeenkomt met het huidige handelen van taaldocenten, maar zeker gericht is op het eindniveau van onze leerlingen.

Middels het ontwerpen van een digitaal leerarrangement probeer ik: in te spelen op de actuele ontwikkelingen rondom het onderwijs, aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerling, betekenis te geven aan de leerstof en de grenzen van het klaslokaal te verbreden.

Maslow stelt dat een lagere behoefte moet worden voldaan voordat een hogere behoefte ontstaat (Geerts & van Kralingen, 2018, p. 220). Tenslotte ben je bij differentiëren afhankelijk van de doelgroep, de leerstof en de leerdoelen. Vanwege dit feit heeft de eerste kennismaking met de doelgroep (brugklas atheneum) klassikaal plaatsgevonden. Door zicht te krijgen op zowel de groepsdynamiek, middels Tuckmans stadia van groepsvorming (Geerts & van Kralingen, 2018, p. 221), als de verschillende individuen binnen de groep kan de vakdocent grip krijgen op de verschillen in: indirecte kenmerken, algemene psychologische kenmerken en directe kenmerken. Volgens Berben verschillen leerlingen namelijk in deze drie kenmerken van elkaar (Berben, 2017, p. 12).

Het leerarrangement 'En vacances en Europe!' is naar mijn visie een logische keuze voor taaldocenten. Over het algemeen is de eerste kennismaking met de Franse taal middels het toerisme. Hier kun je als docent op inspelen door de leerling niet mee te nemen in slechts één segment van de kennismaking met de Franse taal, maar door de leerling de hoofdrol te geven in zijn (Franse) verhaal. In dit geval kunnen we spreken van een scenariogestuurde les (Geerts & van Kralingen, 2018, p. 69) welke gemêleerd is met het leerarrangement.

Door de omgeving, het leerarrangement, als leidraad te nemen voor de benodigde communicatie tussen Franstaligen en de leerling, kun je als docent proberen zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van de leerling te blijven. De leerling wordt meegenomen in het online zoeken en boeken van een vakantie naar keuze, waarna hij/zij verschillende contacten legt. Om dit te realiseren speelt het wereldwijde web een belangrijke rol, vooral in onze huidige maatschappij. De volgende leerdoelen sluiten hierbij aan:

- Je leest om informatie op te doen, je begrijpt eenvoudige woorden en makkelijke zinnen en je gebruikt de lay-out om te voorspellen waar de tekst over gaat. (A1.1)

- Je vult formulieren in en schrijft berichten, advertenties en aantekeningen met eenvoudige woorden en korte zinnen naar een voorbeeld. (A1.1)

- Je voert informele gesprekken en je gebruikt eenvoudige woorden en korte zinnen uit een voorbeeld. (A1.1)

Het leerarrangement is opgebouwd volgens het Directe Instructie model. Afhankelijk van de hoeveel tijd die de leerling per bezoek aan het leerarrangement spendeert, zal deze te maken krijgen met verschillende meetpunten ter controle van kennis, begrip en voortgang. Daarnaast worden de vaardigheden en de leerstof binnen het leerarrangement herhaald (terug-/vooruitblik) om het beter te laten beklijven.

Het leren van een vreemde taal zoals Frans, is niet bedoeld om binnen vier muren een schriftelijke toets te kunnen maken, maar om buiten deze muren te kunnen communiceren (zinvol taalgebruik). Hier speelt het digitaal leerarrangement een belangrijke rol in. Door te ontdekken, onderzoeken en communiceren met diverse native speakers van verschillende nationaliteiten wordt de plaats van een vreemde taal verduidelijkt.

Naar mijn visie zijn vakoverstijgende activiteiten nodig ter ondersteuning van kennis over cultuur en geschiedenis en ter bevordering van de verschillende vaardigheden (gesprekken voeren, spreken, luisteren en lezen). Indien deze vaardigheden binnen het vreemdetaalonderwijs worden herhaald ontstaat er meer ruimte voor een betere integratie van deze vaardigheden. Daarnaast biedt het de leerling ruimte om een nieuwe identiteit te ontwikkelen, een Franse identiteit, en zich te kunnen inleven in de cultuur. Volgens Dörnyei (2001, p. 14) is deze ruimte van identiteitsontwikkeling nodig voor de taalmotivatie van de taalleerder. En hier is differentiatie van belang.

Door leraargestuurde differentiatie (Dönselmann, van Beuningen, Kaal, de Graaff, 2020, p. 117) kan de docent binnen het digitaal leerarrangement bewust de verschillende metaforen van leren (Geerts & Dijk, 2018) toepassen om de leerlingen optimaal te laten leren. Vooraf kun je differentiëren in: de behoeften van de leerlingen, wijze en hoeveelheid van de instructie, de leerroute op basis van bepaalde criteria en het karakter en hoeveelheid van de oefeningen. Een belangrijke bijkomstigheid van differentiëren binnen een digitaal leerarrangement is dat de leerling in staat is het tempo op zichzelf af te stemmen, echter wel binnen het kader van werken met een streefdatum en deadline. Het product waarmee de leerling aantoont dat hij/zij iets heeft geleerd kan volgens Tomlinson (2014) zowel een toets als een complex product zijn (Dönselmann, van Beuningen, Kaal, de Graaff, 2020, p.117).

In de voorgaande jaren van mijn opleiding heb ik geleerd over: het aansluiten bij de belevingswereld van de leerling, de intrinsieke en extrinsieke motivatie, de verschillende leerstijlen, leervoorkeuren en meervoudige intelligenties, betekenisvol leren en over zinvol taalgebruik. Waar Tomlinson het over een toets heeft, is dit in strijd met mijn huidige visie op toetsing van vaardigheden. Een toets kan als ijkpunt uiteraard worden ingezet, tenslotte verschaft het de docent informatie over de voortgang van de leerling, echter voldoet het niet aan de kernwaarden van de wet passend onderwijs, welke sinds 2014 actief is. Het sluit namelijk niet aan bij de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling. Uitgaande van de meervoudige intelligenties van Gardner (Berben, 2016, p. 78) kunnen leerlingen per vak verschillen in niveau. Echter blijft het voortgezet onderwijs uitgaan van hetzelfde eindpunt (het landelijk eindexamen) per niveau, per vak en dus per leerling.

In mijn onderwijs utopia is het niveau van de leerling per vak flexibel. Het eindpunt van de leerling bij een vak bepaalt op welk niveau de leerling in dat vak examen zal doen. Een examen, waarbij de Franse, Duitse en/of Engelse identiteit van de leerling tot uiting komt op basis van een persoonlijk product. Dat persoonlijk eindproduct zal de leerling in staat moeten stellen om binnen één van de bestaande niveaus het vak af te ronden. En hierbij biedt een leerarrangement de mogelijkheid tot differentiatie in instructie, verwerking en leertijd.


Évaluation sur la didactique

Evaluatie van het leerarrangement 'En vacances en Europe!' gekoppeld aan het gedifferentieerd didactisch handelen. 

In de cursus 'visie didactiek' heb ik getracht het leerarrangement direct voor mijn praktijk inzetbaar te maken. Momenteel leven wij in een wereld welke door Covid-19 wordt beheerst. Indien er opnieuw sprake zal zijn van fysiek naar digitaal onderwijs, dan dient deze overstap vloeiend te verlopen. Leerlingen hebben nog altijd recht op passend onderwijs. Uit deze visie is het volgende leerdoel voortgevloeid: 'Aan het einde van deze cursus ben ik in staat bewust digitale middelen in te zetten om aan te sluiten bij de behoeften van de leerling, waarbij er een samensmelting is tussen fysieke leeractiviteiten en het digitale leerarrangement om de overschakeling naar digitaal onderwijs te faciliëren'.

Door de digitale omgeving als leidraad te nemen voor de benodigde communicatie tussen Franstaligen en de leerling heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerling. Door vooraf verschillende routes uit te zetten kan ik binnen het leerarrangement bewust verschillende metaforen van leren (Geerts & Dijk, 2018) toepassen om de leerlingen optimaal te laten leren. Differentiatie binnen het leerarrangement biedt de leerling namelijk ruimte om een nieuwe digitale (Franse) identiteit te ontwikkelen. Volgens Dörnyei (2001) is deze ruimte voor identiteitsontwikkeling nodig voor de taalmotivatie van de taalleerder. De leerling is tenslotte eigenaar over het eigen leerproces en leerroute, waarmee het leerarrangement aansluit op het CAR-principe (Geerts & van Kralingen, 2018).

Het leerarrangement 'En vacances en Europe' is een tipje van de sluier aan ICT mogelijkheden binnen het onderwijs. Door educatieve tools als Edpuzzle, Youtube, Microsoft PowerPoint, Educaplay, Google Forms en zelfgemaakte kennisclips te integreren op een online leerplatform kan ik de leerstof exact afstemmen op mijn doelgroep. Daarnaast kan ik de educatieve tools zo gevarieerd mogelijk inzetten om aan te sluiten bij de verschillende leervoorkeuren naar de theorie van Manon Ruijters (2006). In haar theorie wordt gekeken naar de context waarin het leren plaatsvindt (Geerts & Dijk, 2018). Binnen het leerarrangement 'En vacances en Europe!' heb ik naar theorie van Ruijters verschillende metaforen van leren ingezet waaronder kunst afkijken (Youtube), kennis verwerven (Canva), oefenen (Edpuzzle) en ontdekken (Webnode contactformulieren) rekening houdend met de multimediatheorie van Richard Mayer.

Inmiddels zijn er nieuwe educatieve tools onder mijn aandacht gekomen, waardoor er een deur aan mogelijkheden binnen het onderwijs opengaat. In mijn geval biedt een leerarrangement de mogelijkheid tot: het uitstippelen van verschillende (gedifferentieerde) leerroutes binnen een gegeneraliseerde lesmethode, het ontvangen en analyseren van gegevens van de leerling, het naar behoeften van de leerling passend maken van het leerarrangement (actualiteit) en het digitaal aanleggen van een persoonlijk oeuvre welke ten allen tijde ingezet kan worden. Deze mogelijkheden wil ik verder gaan onderzoeken om een gepast platform met integratie van verschillende educatieve tools in te zetten in het hedendaags onderwijs.


Bronvermelding:

  • Berben, M. (2017). Differentiëren is te leren! Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs (6e druk). Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.

  • Dönselmann, S., van Beuningen, C., Kaal, A., & de Graaff, R. (2020) Handboek vreemdetalendidactiek: vertrekpunten - vaardigheden - vakinhoud. Bussum: Couthino.

  • Dörnyei, Z. (2001). Motivational Strategies in the Language Classroom. Cambridge: Cambridge University Press.

  • Geerts, W. & Dijk, M. (2018). Doeltreffende didactiek: Directe instructie en differentiatie voor de lerende leraar. Bussum: Couthino.

  • Geerts, W., & van Kralingen, R. (2018). Handboek voor leraren (2e druk). Bussum: Couthino.


©2020 ICE DEA. Krijn Taconiskade 346, 1087 Amsterdam
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin